Een besturingssysteem stuurt de hardware aan zoals een tussenpersoon tussen de hardware en de computergebruiker. Dit is gedaan zodat de gebruiker programma's kan uitvoeren. Dit wordt hieronder nog verder toegelicht.  

Besturingssystemen worden ook wel eens zoals we al vertelde "OS" genoemd. Dat komt omdat het een afkorting is voor de Engelse benaming, "operating system". 

Een OS wordt gebruikt om al de info en gegevens die in je pc wordt ontwikkeld om te zetten naar een beeld. In je computer zitten allemaal nulletjes en eentjes, dit is de taal van je computer. Je OS zet deze codes om naar een grafisch beeld. Zonder een OS krijg je dus gewoon een hele boel codes op je scherm. Meer niet. Een OS is dus belangrijk om alles grafisch weer te geven.

Weetje: De codes in je computer zijn binaire, decimale en hexadecimale codes. 

De functie van een besturingssysteem voor een computer is vergelijkbaar met dat van de directie voor een school.

De directie zorgt ervoor dat de school klaar is om op 1 september het nieuwe schooljaar te starten en tijdens het schooljaar bestuurt ze de school om de werking vlot te laten lopen. Zonder één uur les te geven, speelt de directie dus toch een belangrijke rol.

Voor een besturingssysteem op de computer is dat net zo. Het besturingssysteem is nodig om de pc op te starten en vlot te laten werken.

Met een besturingssysteem kun je niets creëren of bewerken, maar zonder een besturingssysteem kunnen de andere programma's of de hardware niet aangestuurd worden.

Kortom, een besturingssysteem zorgt ervoor dat de gebruiker in interactie kan treden met de hardware. Dit op een grafische en gemakkelijkere manier.